Toegevoegde waarde
Ik heb iemand gekend die thuisonderwijs gaf aan haar vier kinderen – van kleuter tot tiener. Ze deed het huishouden, voedde haar kinderen op – tot hele leuke, sociale kinderen -, en verzorgde het onderwijs aan hen. In de weinige vrije tijd die ze nog over had zette ze zich in voor thuisonderwijzend Nederland. Haar bijdragen hadden een grote toegevoegde waarde voor de gemeenschap van thuisonderwijzers. Toch vond een persoon in haar familiekring dat ze niets bijdroeg aan de maatschappij, omdat ze geen betaalde baan had. Ik vroeg me af of deze persoon het begrip toegevoegde waarde, zoals ze dat in de economieles op de middelbare school geleerd heeft, te economisch nam.
In een artikel in het AD1 las ik, bij monde van de econoom Robert Dur, dat er een jaar geleden één poging is gedaan om in te schalen wat nuttig werk is, en dat dit een mager tabelletje opleverde. Deze uitspraak stond in een artikel over het recent verschenen boek Bullshit Jobs van David Graeber, die met een essay over onzinbanen2 het nodige stof heeft doen opwaaien. Graeber geeft in het artikel een defintie van nutteloos werk: ‘een vorm van betaald werk die zo volkomen zinloos, overbodig of schadelijk is, dat zelfs de werknemer het bestaan ervan niet kan rechtvaardigen; hoewel die werknemer zich, door de arbeidsvoorwaarden, verplicht voelt te doen alsof dit niet het geval is’. Onderzoeken3 wijzen uit dat ergens tussen de 8 en 37% van de werknemers hun werk nutteloos vinden – en er voor betaald worden. Waarde die geen waarde toevoegt.
Beide voorbeelden illustreren dat het economische begrip toegevoegde waarde misleidend is. Want wat wordt bedoeld met ‘waarde’? De eerste verduidelijking die ik kan geven is dat het hier om geldwaarde gaat. Alle waarde die toegevoegd wordt en die niet in geld wordt uitgedrukt, telt niet mee. Daarnaast is de vraag: waarde voor wie? Waarde voor de maatschappij? Waarde voor de klant? Waarde voor degene die het werk doet? Ik neem aan dat als je er een inkomen mee verdient, het waarde voor je heeft, maar of het waarde heeft voor de maatschappij of een klant is nog maar de vraag. Daarom ben ik blij dat een aantal economen de moeite hebben genomen zich over de vraag te buigen. Ik denk dat dat wel waarde toevoegt.
Hoe kunt u dit in de les gebruiken?
Het staat in de meeste economieboeken, dat onbetaald werk, zoals huishoudelijk werk, kinderen opvoeden, en vrijwilligerswerk, niet wordt meegenomen in het BBP, en nu kunt u het ook omdraaien: er wordt betaald werk meegenomen in het BBP dat door de mensen die het verrichten als nutteloos wordt ervaren. Het onderstreept eens te meer dat het BBP als graadmeter voor onze welvaart, ook voor onze materiële welvaart, te ongenuanceerd is.4
- Zij hebben een onzinbaan: ‘Het is een heleboel gebakken lucht die ik produceer’, Marleen Luijt, AD, 1 augustus 2018
- On the Phenomenon of Bullshit Jobs: A Work Rant, David Graeber, STRIKE! Magazine, August 2013
- Graeber verwijst naar een onderzoek van opiniebureau YouGov, dat ik tot mijn spijt niet terug heb gevonden op hun site. Het resultaat van het opinie-onderzoek zou zijn dat 37% van de ondervraagden antwoordde ‘nee, met mijn baan lever ik geen zinvolle bijdrage aan de wereld’. Robert Dur en Max van Lent van de Universiteit Leiden, baseren zich in hun onderzoek op data van het International Social Survey Program, waarvoor 100.000 werkenden in 47 landen zijn ondervraagd. Met de stelling ‘mijn baan is nuttig voor de maatschappij’ was 8% het ‘(zeer) oneens’ en 17% was het er ‘noch mee eens, noch mee oneens’. Dur rekent de 17% ook mee, en komt daarmee op 25%. Ik ben in de tekst uitgegaan van de 8% als meest optimistische uitkomst.
- Ik geef nog een voorbeeld: Ik werd, net als u waarschijnlijk, regelmatig gebeld door iemand die zich voordeed als medewerker van Microsoft. Deze telefoon-spam maken vaak slachtoffer onder zwakkeren in onze maatschappij, zoals ouderen. Daarom besloot ik de ‘medewerker’ daar eens attent op te maken – of hij zichzelf in de spiegel kon kijken, wetende dat mensen slachtoffer werden. Zijn reactie was dat hij zijn gezin moest onderhouden en daarom het inkomen nodig had.