E1.1.2Goede tijden - Slechte tijdenI4.4.1ReflectieRuilen over de tijd

Banken creëren geen geld

Een controversiële titel, daar ben ik me van bewust. We hebben immers net ontdekt met z’n allen dat banken geld creëren uit het niets. We dachten altijd dat banken intermediair zijn tussen spaarders en partijen die geld willen lenen. We vroegen ons nooit af, waarom we op een feestje nooit van die fanatieke spaarders tegenkwamen, maar wel mensen, die, net als wij, een hypotheek hadden. We weten het nu, of misschien wisten we het al, maar stonden we er niet bij stil, en we zetten er vraagtekens bij. Wat banken doen is legaal, maar zou het legaal moeten zijn? Waar we in deze discussie aan voorbij gaan, is dat banken ook geld vernietigen. Daarom moet je, om te kunnen beoordelen of banken geld creëren, en hoeveel, het tijdsaspect meenemen.

Stelt u zich een banksysteem voor met een centrale bank, één commerciële bank en een aantal private partijen. Het verhaal begint bij een volkomen arbitrair begin: Niels treedt met zijn band op in een lokaal café, en hij krijgt voor zijn optreden € 1.000, uit de bar-omzet. De bezoekers van de bar en de bar-eigenaar komen verder niet voor in ons verhaal. Niels gaat naar de bank, opent een rekening, en stort zijn geld op deze rekening. De balans van de bank ziet er als volgt uit:

Bankbalans bij aanvang eerste jaar

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 1.000 in de kluis € 1.000 op betaalrekening van Niels

Het geld in de kluis van de bank rekenen we tot de reserves van de bank. Banken gebruiken dit om te voldoen aan de vraag naar chartaal geld. In Nederland is 23,5% van de totale geldhoeveelheid chartaal, en neemt de omvang van de chartale geldhoeveelheid af sinds 20061. Daarom hoeft de bank niet 100% van haar direct opvraagbare tegoeden, zoals de betaalrekening van Niels, in reserve te houden. De eis die aan banken gesteld wordt is ongeveer 2%2, maar voor dit verhaal houd ik 10% aan. Dat betekent dat de bank een reserve moet hebben van € 100, om het tegoed van Niels af te dekken. Tada … daar is de ruimte om geld te creëren. De bank kan de rest van Niels’ € 1.000 best aan iemand lenen – en daar interest voor vragen. Sterker nog, als ze maar 10% aan reserves aan hoeven te houden, dan mag er tegenover een reserve van € 1.000, een direct opvraagbaar tegoed van € 10.000 staan – ruimte om nog € 9.000 uit te lenen.

De bank verstrekt hiervan drie leningen:

  • Een lening van € 1.200 tegen een rente van 10% aan Taimur, af te lossen aan het eind van het jaar
  • Een lening van € 3.600 tegen een rente van 5% aan autowasstraat Pitstop, af te lossen in drie jaar
  • Een lening van € 4.200 tegen een rente van 5% aan restaurant De Tafel, af te lossen in vier jaar

De bankbalans ziet er nu als volgt uit:

Bankbalans bij aanvang eerste jaar – na het verstrekken van leningen

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 1.000 in de kluis € 1.000 op betaalrekening van Niels
€ 1.200 geleend aan Taimur € 1.200 op betaalrekening van Taimur
€ 3.600 geleend aan Pitstop € 3.600 op betaalrekening van Pitstop
€ 4.200 geleend aan De Tafel € 4.200 op betaalrekening van De Tafel

Hiermee voldoet de bank aan de reserve eis van 10% van de direct opvraagbare tegoeden.

  • De geldhoeveelheid, de direct opvraagbare tegoeden plus het chartale geld dat in omloop is3, is € 10.000.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn € 10.000.
  • De reserve is 10% van de direct opvraagbare tegoeden, er is geen kredietruimte.

Laten we voor ons verhaal aannemen dat Taimur, Pitstop en De Tafel van het geleende geld allemaal een auto kopen, en dat de autohandelaar ook een rekening opent bij de bank. Ze betalen de auto door het geld over te maken op de rekening van de autohandelaar: Taimur € 1.000, Pitstop € 3.000 en De Tafel € 3.600. De bankbalans ziet er dan zo uit:

Bankbalans gedurende eerste jaar – na autotransacties

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 1.000 in de kluis € 1.000 op betaalrekening van Niels
€ 1.200 geleend aan Taimur € 200 op betaalrekening van Taimur
€ 3.600 geleend aan Pitstop € 600 op betaalrekening van Pitstop
€ 4.200 geleend aan De Tafel € 600 op betaalrekening van De Tafel
€ 7.600 op betaalrekening van de autohandelaar
  • De geldhoeveelheid is € 10.000.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn € 10.000.
  • De reserve is 10% van de direct opvraagbare tegoeden, er is geen kredietruimte.

Taimur maakt schoon bij de autohandelaar en verdient daarmee € 1.000. Als Niels zijn hand heeft geblesseerd met gitaarspelen maakt ze ook een paar weken bij hem schoon, hiermee verdient ze € 120. De autohandelaar laat bij Pitstop auto’s wassen, dat kost € 1.000 per jaar, en huurt een zaaltje bij De Tafel voor een personeelsevenement voor € 900. Deze bedragen worden ook overgemaakt op rekening:

Bankbalans gedurende eerste jaar – na deze transacties

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 1.000 in de kluis € 880 op betaalrekening van Niels
€ 1.200 geleend aan Taimur € 1.320 op betaalrekening van Taimur
€ 3.600 geleend aan Pitstop € 1.600 op betaalrekening van Pitstop
€ 4.200 geleend aan De Tafel € 1.500 op betaalrekening van De Tafel
€ 4.700 op betaalrekening van de autohandelaar
  • De geldhoeveelheid is € 10.000.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn € 10.000.
  • De reserve is 10% van de direct opvraagbare tegoeden, er is geen kredietruimte.

Aan het eind van het jaar lossen Taimur, Pitstop en De Tafel ieder € 1.200 af op hun lening en betalen de rente, en gaat Niels uit eten bij De Tafel. Hij rekent – cash – € 100 af, en dat geld blijft die avond in de kas zitten, laten we zeggen omdat de bank gesloten is. De bankbalans ziet er nu als volgt uit:

Bankbalans aan het begin van het tweede jaar

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 900 in de kluis € 510 eigen vermogen
€ 780 op betaalrekening van Niels
€ 0 geleend aan Taimur € 0 op betaalrekening van Taimur
€ 2.400 geleend aan Pitstop € 220 op betaalrekening van Pitstop
€ 3.000 geleend aan De Tafel € 90 op betaalrekening van De Tafel
€ 4.700 op betaalrekening van de autohandelaar
  • De geldhoeveelheid is € 6.400. Dit is inclusief het eigen vermogen4 en het geld in de kas van De Tafel.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn € 5.790.
  • De reserve is meer dan 10% van de direct opvraagbare tegoeden, er is een kredietruimte van € 3.210.

De bank heeft dit jaar € 510 aan de leningen verdient, dat terugkomt op de balans als eigen vermogen. De bank leent € 3.000 aan Taimur, die zich daarmee inkoopt in het restaurant De Tafel. Ze moet 5% rente betalen en in vijf jaar aflossen. De Tafel stort het geld in kas op haar rekening.

Bankbalans aan het begin van het tweede jaar – na het verstrekken van de lening en de transacties

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 1.000 in de kluis € 510 eigen vermogen
€ 780 op betaalrekening van Niels
€ 3.000 geleend aan Taimur € 0 op betaalrekening van Taimur
€ 2.400 geleend aan Pitstop € 220 op betaalrekening van Pitstop
€ 3.000 geleend aan De Tafel € 3.190 op betaalrekening van De Tafel
€ 4.700 op betaalrekening van de autohandelaar
  • De geldhoeveelheid is € 9.400.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn € 8.890.
  • De reserve is meer dan 10% van de direct opvraagbare tegoeden, er is een kredietruimte van € 1.110.

Taimur verdient met haar investering in De Tafel € 800. De autohandelaar betaalt zijn rekeningen – € 1.200 aan Pitstop en € 900 aan De Tafel.

Bankbalans gedurende tweede jaar – na bovenstaande transacties

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 1.000 in de kluis € 510 eigen vermogen
€ 780 op betaalrekening van Niels
€ 3.000 geleend aan Taimur € 800 op betaalrekening van Taimur
€ 2.400 geleend aan Pitstop € 1.420 op betaalrekening van Pitstop
€ 3.000 geleend aan De Tafel € 3.290 op betaalrekening van De Tafel
€ 2.600 op betaalrekening van de autohandelaar
  • De geldhoeveelheid is € 9.400.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn €8.890.
  • De reserve is meer dan 10% van de direct opvraagbare tegoeden, er is een kredietruimte van € 1.110.

Aan het einde van jaar twee lost iedereen af – Taimur € 600 en Pitstop en De Tafel € 1.200 – en betaalt de rente.

Bankbalans aan het eind van het tweede jaar – na aflossen en interestbetalingen

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 1.000 in de kluis € 930 eigen vermogen
€ 780 op betaalrekening van Niels
€ 2.400 geleend aan Taimur € 50 op betaalrekening van Taimur
€ 1.200 geleend aan Pitstop € 100 op betaalrekening van Pitstop
€ 1.800 geleend aan De Tafel € 1.940 op betaalrekening van De Tafel
€ 2.600 op betaalrekening van de autohandelaar
  • De geldhoeveelheid is € 6.400.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn € 5.470.
  • De reserve is meer dan 10% van de direct opvraagbare tegoeden, er is een kredietruimte van € 4.530.

De rentebetalingen laten het eigen vermogen met € 420 aangroeien.

Maar laten we kijken hoe het verder gaat met onze personages. De autohandelaar betaalt zijn rekeningen van € 1.200 aan Pitstop en € 900 aan De Tafel. Niels koopt een tweedehands gitaar voor € 500 cash van Otto, die bij De Tafel uit eten gaat en € 120 betaalt. De Tafel stort dit op haar rekening. De Tafel besluit haar lening helemaal af te lossen. Hierdoor kan het minder uitkeren aan Taimur: € 600. Taimur vraagt een betalingsregeling aan en mag de resterende lening in zes jaar terugbetalen, maar moet wel 10% rente gaan betalen – met ingang van dit jaar. Pitstop lost zijn gehele lening af, en betaalt de rente.

Bankbalans aan het einde van het derde jaar – na transacties, aflossen en interestbetalingen

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 620 in de kluis € 1.320 eigen vermogen
€ 280 op betaalrekening van Niels
€ 2.000 geleend aan Taimur € 10 op betaalrekening van Taimur
€ 0 geleend aan Pitstop € 40 op betaalrekening van Pitstop
€ 0 geleend aan De Tafel € 470 op betaalrekening van De Tafel
€ 500 op betaalrekening van de autohandelaar
  • De geldhoeveelheid is € 3.000, dit is inclusief € 380 in de portomonnee van Otto.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn € 1.300.
  • De reserve is meer dan 10% van de direct opvraagbare tegoeden, er is een kredietruimte van € 4.900.

De bank tekent € 390 aan rente bij. Ze leent € 4.000 aan de autohandelaar die het pas volgend jaar hoeft terug te betalen, maar aan het eind van het jaar wel 5% rente betaalt.

De autohandelaar huurt Niels zijn band in voor € 500 cash om op een personeelsfeest te komen spelen – ze maken dit jaar geen gebruik van de faciliteiten van De Tafel. Ze hebben bovendien besloten om de auto’s van klanten niet meer te laten wassen na een onderhoudsbeurt – daarom betalen ze Pitstop dit jaar maar € 400. Niels houdt het geld in zijn zak. De Tafel moest haar auto laten repareren bij de autohandelaar, dat kostte € 600. Ze hebben met de autohandelaar afgesproken dat de autohandelaar bij hun te gast is om het tekort goed te maken, maar ze kunnen Taimur niets betalen. Als het moment waarop ze moet aflossen is aangebroken, kan ze maar € 10 interest betalen – ze is blut.

Bankbalans aan het einde van het vierde jaar – na transacties, aflossen, en interestbetalingen

Bezittingen (activa) Vermogen (passiva)
€ 120 in de kluis € 1.720 eigen vermogen
€ 190 interestvordering op Taimur € 280 op betaalrekening van Niels
€ 2.000 geleend aan Taimur € 0 op betaalrekening van Taimur
€ 4.000 geleend aan de autohandelaar € 440 op betaalrekening van Pitstop
€ 0 op betaalrekening van De Tafel
€ 3.870 op betaalrekening van de autohandelaar
  • De geldhoeveelheid is € 7.000, dit is inclusief € 880 in de portomonnees van Otto en Niels – chartaal geld in omloop – en exclusief de interestvordering op Taimur.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn € 4.590.
  • De reserve is minder dan 10% van de direct opvraagbare tegoeden, er is geen kredietruimte.

Ik ben in de uitwerking ervan uitgegaan dat de € 10 die Taimur kon betalen, een interestbetaling is. Met de geldcreatie transacties heeft de bank € 1.720 verdiend over een periode van vier jaar, waarvan € 190 nog in te vorderen.

Maar je kunt van een kale kip geen veren plukken, en de bank moet de schuld aan Taimur afschrijven.5 Ik neem aan dat de accountant van de bank controleert of de bankbalans nog steeds sluitend is – de schuld kan dus niet zonder meer uit de boeken verwijderd worden. Ik ben bang dat dit ten koste van het eigen vermogen van de bank gaat.

Bankbalans aan het eind van het vierde jaar – na het afschrijven van de schuld van Taimur

Vermogen (passiva)
€ 120 in de kluis € 0 eigen vermogen
€ 470 schuld aan de centrale bank
€ 0 interest vordering op Taimur € 280 op betaalrekening van Niels
€ 0 geleend aan Taimur € 0 op betaalrekening van Taimur
€ 4.000 geleend aan de autohandelaar € 440 op betaalrekening van Pitstop
€ 0 op betaalrekening van De Tafel
€ 3.870 op betaalrekening van de autohandelaar
  • De geldhoeveelheid is € 5.470 dit is inclusief € 880 in de portomonnees van Otto en Niels.
  • De direct opvraagbare tegoeden zijn € 4.590.
  • De reserve is minder dan 10%6 van de direct opvraagbare tegoeden, er is geen kredietruimte.

Dit verhaal illustreert een aantal principes:

  • Banken creëren geld uit het niets door leningen te verstrekken die niet gedekt zijn – als die leningen worden afgelost wordt het geld weer vernietigd.
  • De geldhoeveelheid kan niet meer toenemen dan de bankreserves toestaan.
  • Leningen die niet afgelost kunnen worden, worden afgeschreven. Dit gaat ten koste van de winst – de toename van het eigen vermogen – van de bank. Dit is ook geldvernietiging.
  • Des te meer cash mensen opnemen, des te minder geld banken kunnen creëren.

De bank heeft op het moment teveel direct opvraagbare tegoeden in verhouding tot haar reserves. Stel dat Niels – om wat voor reden dan ook – al het geld op zijn rekening opneemt – € 280. Dat heeft de bank niet in de kluis. De centrale bank kan in zo’n geval bijspringen, niet om de bank te redden, maar het betalingssysteem. Maar de centrale bank heeft niet noodzakelijk bankbiljetten in haar kluis liggen. Als ze die bankbiljetten drukt om aan de vraag te kunnen voldoen, dán hebben we echt met geldcreatie te maken – het geld verdwijnt in de portomonnee van Niels en gaat rouleren, het wordt niet na het verstrijken van een bepaalde periode vernietigd.

Ik denk dat dit onderscheid in geldcreatie van belang is om de discussie zuiver te houden:

  • Als de centrale bank geld drukt om beschadigde biljetten die ze vernietigd heeft te vervangen, is dat geen geldcreatie. Maar als ze geld drukt om te voldoen aan de vraag naar chartaal geld – omdat dit niet in de bankkluizen ligt, dan is dat geldcreatie.
  • Als een commerciële bank meer leent dan ze aan reserves aanhoudt, dan creëert ze geld, dat ze na afloop van de lening weer vernietigt. Deze geldcreatie is van tijdelijke aard, mag niet hoger zijn dan de verplichte reserve toestaat, en is afhankelijk van de hoeveelheid chartaal geld in omloop. Ik zou dit het faciliteren van ruilen over de tijd willen noemen.

Door de lage reserve-eis aan banken is de kredietruimte die banken hebben groot. Omdat mensen leningen afsluiten om het geld te besteden, neemt de economische bedrijvigheid toe. De auto’s waren niet gekocht, als Taimur, Pitstop en De Tafel geen lening hadden gekregen. Het merendeel van de transacties uit het verhaal had niet plaatsgevonden als de leningen niet waren verstrekt. Hoeveel de economische bedrijvigheid toeneemt hangt bovendien af van het aantal transacties dat een lening triggert – hoe vaak het geleende geld van hand tot hand gaat voordat het weer wordt afgelost7.

De vraag is, wil je dat de economische bedrijvigheid toeneemt, gelet op bijvoorbeeld het effect op het milieu? Wil je dat dit instrument van economische politiek bij banken ligt, of zou het in handen moeten zijn van bijvoorbeeld de overheid?

Je kunt van mening zijn dat er altijd een reserve van 100% aangehouden moet worden voor de direct opvraagbare tegoeden, en dat geld alleen uitgeleend kan worden uit spaargelden die niet direct opvraagbaar zijn – de bank als intermediair. Maar probeer je ook eens voor te stellen wat dat bekent voor consumentenkredieten, hypotheekaanvragen, en investeringen door bedrijven.8


Hoe kunt u dit in de les gebruiken?

U kunt de klas in groepjes van vier verdelen. Ieder groepje heeft een bank. De groepjes spelen een rollenspel waarvan het verloop bepaalt wordt door kanskaarten. In de eerste ronde wordt een kanskaart getrokken die ervoor zorgt dat de bank chartaal geld in de kluis krijgt. Dit vormt de basis voor de beslissingen die de bank hierna neemt met betrekking tot het verstrekken van leningen. De bank legt de gespeelde kanskaarten op volgorde af en houdt de bankadministratie bij. Doordat er een kanselement in het spel zit, heeft niet ieder rollenspel hetzelfde verloop. Aan het eind van een aantal spelrondes legt u het spel stil en bespreekt u de resultaten.9 10


  1. Bron: Cash Report 2013, België, G4S Cash Solutions Nederland en België, 2013
  2. Bron: … wat zijn minimumreserveverplichtingen?, ECB, 11 augustus 2016
  3. Dit is monetair aggregaat M1 dat bestaat uit de direct opvraagbare tegoeden en het chartale geld dat in omloop is, dus exclusief het chartale geld dat in de kluis van de bank ligt.
  4. De bank ontvangt interestbetalingen op de eigen betaalrekening – aan de activa-zijde van de balans. Omdat er in ons verhaal maar één bank is, zou deze betaalrekening als direct opvraagbaar tegoed ook aan de passiva-zijde van de balans moeten verschijnen. Deze twee posten vallen tegen elkaar weg, en daarom zijn ze – voor de eenvoud – niet opgenomen. Daarom tel ik het eigen vermogen mee bij de geldhoeveelheid.
  5. In de praktijk komt Taimur waarschijnlijk in aanmerking voor schuldhulpverlening, en wordt er mogelijk beslag gelegd op haar inkomsten, om schuldeisers te kunnen betalen. Aan die mogelijkheid ga ik hier voorbij.
  6. De reserve is zelfs negatief, omdat de bank een schuld bij de centrale bank heeft die hoger is dan het chartale geld in de kluis van de bank. Hier is de centrale bank ‘lender of last resort’ geweest. In de praktijk hebben banken meer armslag om wanbetaling op te vangen.
  7. Naar alle waarschijnlijkheid niet het geleende geld zelf, maar het geld dat uit roulatie wordt gehaald door de aflossing.
  8. Ik heb me voor deze tekst losjes laten inspireren door twee artikelen op de site van het Mises Institute, The Definition of Various Money Aggregates, 1 september 2016, Robert P. Murphy en The Fractional-Reserve Banking Question, 14 juni 2010, Robert P. Murphy.
  9. Ik raad u aan, om de gespeelde kanskaarten en de bankadministraties in te nemen en na te kijken – mogelijk vind u hierin nog misconcepties.
  10. Als u dit spelidee in de les wilt gebruiken, dan kunt u mij vragen om het idee verder uit te ontwikkelen.